centrum (stadsdeel)

De naam Ammunitiehaven is ontleend aan het arsenaal (= munitiemagazijn) of tuighuis aan de Schedeldoekshaven. De Ammunitiehaven loopt vanaf het Spui naar de Lekstraat.

Het Ammunitiehof werd vernoemd naar de bestaande straatnaam Ammunitiehaven.

De Archipelbuurt, ook wel Indische Buurt genoemd, is een wijk in het centrum van Den Haag, en ligt tussen Willemspark en de Scheveningse Bosjes. De Archipelbuurt is tussen 1860 en 1890 aangelegd op het voormalige landgoed Duinweide. Men vindt er veel huizen in de neorenaissance-stijl die aan het eind van de 19de eeuw zeer populair was in Nederland. De Archipelbuurt is met Willemspark II een van de 19 beschermde stadsgezichten van Den Haag. 

De naam van de Bagijnestraat is ontleend aan de bewoonsters van het vrouwenklooster St. Maria in Galileën, gesticht in 1463. Deze bagijntjes woonden hier tot 1572.

De Bezemstraat loopt van de Gedempte gracht naar de Sint Jacobstraat en werd rond 1600 aangelegd. Deze straat was eeuwenlang het centrum van de joodse wijk.

Het Bleekveld ligt in de wijk Uilebomen tussen de Nieuwe Haven en de Ammunitiehaven. In de 17de en 18de eeuw telde dit gebied dat toen aan de rand van de bebouwde kom lag enkele (wasserijen en) blekerijen.

Calliope was in de Griekse mythologie de muze van het heroïsch epos, de filosofie en de retoriek, en wordt afgebeeld met schrijftafel, schrijfstift, perkamentrol en bazuin.

Een van de meest stabiele gezichten van de Grote Marktstraat was sinds het begin van de 21e eeuw een Neil Young-achtige gitarist. Zijn naam was Charles Edward Deely II, bijgenaamd Chuck.

Clio was in de Griekse mythologie de muze van de geschiedenis en wordt steeds afgebeeld met een boekrol en een bazuin. Zij en haar acht zussen waren de dochters van Zeus

Carel Henny, de directeur van De Nederlanden van 1845 was een groot bewonderaar van architect Berlage. Deze ontwierp in 1898 het hoofdkantoor aan de Prinsestraat 1-3 / Kerkplein 1-3. Dit gebouw werd in 1901 en in 1909 vergroot.

Aan de St. Jacobstraat (Centrum), tegenover de Nieuwe Kerk, tussen huisnummer 113 en 137 bestond in de 18e eeuw een hofje genaamd Glasenmakerspoort. Het wordt vermeld in het buurtboek van de St. Jacobstraat 1785 op bladzijde 18. Na de oorlog is dit deel van de Joodse buurt volledig afgebroken.

Aan de Korte Houtstraat, tussen huisnummer 9 en 13 liep een gang naar de Goossenspoort. Dit was een hofje dat vanaf de 17e eeuw in de boeken voorkomt. 
Toen bijvoorbeeld in 1641 het huis aan het Plein 10 verkocht werd had men het over "zekere gemeene ganck" uitkomende in de Houtstraat. 

In 1917 werd in het Zeeheldenkwartier de Groen van Prinstererstraat aangelegd. Guillaume (Willem) Groen van Prinsterer was een Nederlandse antirevolutionair staatsman en historicus. Hij studeerde letteren en rechten in Leiden. 

In de 17e eeuw droegen Kerkelijke en semi-overheidsinstellingen op beperkte schaal zorg voor armen, zieken en bejaarden. Wie arm was, moest het eigenlijk hebben van goedgeefse particulieren. Een beproefde manier om blijvend goed werk te doen, was het stichten van een hofje.

Johann Wendel Schamb bezat een hofje aan de Parkstraat genaamd het Hofje van Schavamps.

De Honsholedijkstraat werd in 1894 gesticht en werd vernoemd naar een naburig dorpje in het Westland. 

De Honsholredijkstraat was een straat in de Schilderswijk en werd vernoemd naar een naburig dorpje in het Westland. De straat werd in 1894 gesticht. In de loop van de 20e eeuw werd de straatnaam in de spreektaal echter steeds meer verbasterd in Honselersdijkstraat waarna de gemeente Den Haag in 1995 besloot om de naam dienovereenkomstig aan te passen.

Een machtsstrijd tussen de stadhouder Maurits van Oranje en de raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt werd de laatste in 1619 fataal. 335 jaar jaar later werd de grote staatsman herdacht met een standbeeld.

In de tweede helft van de zeventiende eeuw kwamen in toenemende mate joden in Den Haag wonen. Hierdoor ontstaat ook de noodzaak om uit te zien naar een terrein dat kan worden ingericht als joodse begraafplaats.

Jozef Israëls was een van de voornaamste schilders uit de Haagse School. Israëls woonde vanaf 1871 in Den Haag. Hij woonde aan de Koninginnegracht en werd na zijn dood geëerd met twee straatnamen.