scheveningen badplaats (buurt)

  • Tussen 1874 en 1915 stond op het Gevers Deynootplein een Badkapel speciaal voor de badgasten. Waarom? Nou, de reguliere Scheveningse kerk was voor de eigen gemeente al te klein was en de Haagse kerken lagen te ver weg.

  • In 1992-1994 werd onder het oude Paviljoen von Wied het museum Beelden aan Zee opgericht, een museum voor moderne sculptuur. Vlakbij het museum, op de boulevard, is een permanente tentoonstelling met drieëntwintig  sprookjesbeelden te zien

  • P.C. Boutens

    Wanneer, begaan met onze nood,
    Christus ons nog eens brood en wijn
    komt delen (dat weet klein en groot),
    het zal in Scheveningen zijn.

  • Dominee Petrus Faassen de Heer was van 1798 tot 1835 predikant op Scheveningen. Hij kocht in 1835 een oude koepel, die hij op een hoge duin bij het Seinpost liet plaatsen. Vanaf dat moment werd de Theekoepel van Dominee Faassen de Heer een landmark in de Scheveningse duinen.

  • In 1927 werd voor koningin Wilhelmina van Pruisen een huisje in de duinen gebouwd. Een huisje dat later bekend werd als het Paviljoen Von Wied

  • De renbaan werd gesticht op Scheveningen door de Societeit tot aanmoediging der verbetering van het paardenras in Nederland. Zij werd hierbij geholpen door het koninklijk huis en de gemeente Den Haag.

  • Het Waaigat (Weigat) in Scheveningen was vernoemd naar een weigat dat leidde naar de weide die zich in de buurt van de straat bevond.

  • Louis Davids

    Wie thuis hoort bij de rijken,
    En zich moet laten kijken,
    En op de pier moet zitten,
    Om anderen te bevitten,

  • Wim Sonneveld

    Wie thuishoort bij de rijken
    En zich moet laten kijken
    En op de pier moet zitten
    Om anderen te bevitten

  • W.A.P. Smit

    Ginds heft de oude Jacobstoren
    zijn grijze kantwerk aan de lucht,
    bescheiden en welhaast verloren
    temidden van het stadsgerucht.

  • Peter Berger

    De boten van mijn jeugd
    deinen op de horizon,
    ze trekken hun rook
    aan tedere rukjes mee,
    soms zitten ze minutenlang stil
    als duiven op een huis van water,