Lucratieve panorama's
Panorama's waren vanaf 1800 zeer grote schilderijen die meestal een dramatische gebeurtenis lieten zien. Ze werden rondreizend aan het publiek getoond, maar later steeds vaker in een permanent gebouw. De panorama's waren zeer succesvol en leverden de eigenaren veel geld op.
De kolonel
Jean-Charles Langlois, beter bekend als de Kolonel, was een Franse soldaat en schilder. Hij vocht onder andere onder Napoleon bij Waterloo. Nadat hij met pensioen ging, pakte Langlois zijn hobby weer op. De kolonel ging grote schilderijen maken en dan vooral van de grote veldslagen. Bekende werken waren de grote brand van Moskou, De slag om Eylau, De slag om de Nijl, De slag om Montereau, De slag om Borodino, De slag om Wagram en De veldslag bij de Pyramiden.
Vernieuwer
De Kolonel toonde zijn grote schilderijen in een rond gebouw van 40 meter aan de noordkant van de Champs-Elysées in Parijs. Langlois was niet de uitvinder van het Panorama schilderij, maar wel een vernieuwer.
Hij bedacht een modern dakontwerp waardoor het platform voor het publiek kon losstaan, wat de illusie vergrootte. Hij liet levensechte poppen voor het schilderij plaatsen, waardoor het publiek het schilderij ingetrokken werd.
Afnemende belangstelling
Het grote doek De veldslag bij de Pyramiden werd na 1853 vertoond. Het publiek raakte echter uitgekeken op al die veldslagen met als gevolg dat de inkomsten terugliepen.
Toen in 1855 in Parijs de Wereldtentoonstelling werd gebouwd, was dit de nekslag voor het Panorama van de Kolonel. Het pand werd afgebroken, het doek werd in stukken gesneden, slordig opgeborgen en even later vergeten.
Panoramakoorts
In 1880, lang na de succesperiode, sloeg de panoramakoorts over naar Den Haag.
Maar liefst drie ondernemingen wilden een panorama bouwen. De eerste investeerder kreeg echter geen vergunning. Het Belgische Société Anonyme du Grande Panorama Maritime de la Haye lukte dat wel. Het Maritime panorama werd later bekend als het Panorama Mesdag aan de Zeestraat.
Bezuidenhout
Het derde investeringsbedrijf liet het oog vallen op een Haagse buitenwijk, het chique Bezuidenhout. Op 22 juli 1880 werden de statuten goedgekeurd. De duur van het vennootschap was dertig jaar en het maatschappelijk kapitaal werd gesteld op 300.000 gulden (nu 3,5 miljoen Euro).
De bewoners in de omgeving verzetten zich echter tegen de bouw van een kermis in de wijk.
Toen ze echter het ontwerp van de architect Herman Wesstra zagen, draaiden de bewoners om als een blad aan een boom. Het gebouw werd 'een mengsel van Fransche renaissance, oud-Hollandschen trapgeveltjesbouwtrant en Oostersche minaret-architectuur'
Deze Wesstra ontwierp later onder andere het Seinpost op Scheveningen, de Moorse zaal van de Haagse Dierentuin , een kerkgebouw aan de Lange Beestenmarkt en de Passage.
Het gebouw stond achter het huidige pand aan de Bezuidenhoutseweg 30.
Slag om de piramiden
Met een mooi gebouw lok je echter geen betalende klanten. De Haagse schilders Herman ten Kate en Charles Rochussen kregen daarom de opdracht voor een nieuw schilderij. Zij hadden het echter te druk en waren te oud voor zo'n groot project. Daarop toog een delegatie naar Frankrijk.
De schilder Félix Philippoteaux was bezig met een schilderij voor een panoramagebouw in Londen en Edouard Detaille had een doek voor Petersburg onder handen. Ook daar vingen de eigenaren dus bot.
De reis van de Nederlanders in Frankrijk was echter niet helemaal tevergeefs. Ze kregen wel een tip over het werk van de in 1870 overleden Kolonel Langlois. Den veldslag bij de Pyramiden werd aangekocht, gerestaureerd door de schilder Mercier van de Ecole nationale des Beaux arts en in het fonkelnieuwe Panorama Bezuidenhout tentoongesteld.
Gelijktijdig
De twee Haagse panorama's openden vrijwel gelijktijdig. Op 1 augustus 1881 het Panorama Maritime en een dag eerder op 31 juli het Panorama Bezuidenhout.
De entreekosten waren zowel bij Mesdag als in het Bezuidenhout hetzelfde, 99 cent (nu 12 euro). De bezoekers aan de Zeestraat werden echter in een eenvoudig gebouw verwelkomd, terwijl het panorama in het Bezuidenhout een imposante grandeur ademde.
De toeschouwers stonden, net zoals nu bij Panorama Mesdag, op een podium in het midden van de zaal. Op het schilderij was de veldslag te zien die Napoleon tachtig jaar eerder tegen de Mamelukken voerde. Op de voorgrond stonden echte legertenten, poppen van soldaten en kanonnen.
De beruchte Haagse criticus Flanor (Carel Vosmaer), noemde het ‘eene aardigheid, eene curiositeit, niets meer' Een andere criticus: 'dit gaat niet hooger dan een kermisvertoning'.
Het werk van Mesdag werd echter wel bewonderd. De courant het Vaderland in 1880: 'Daar is-lucht, ruimte, kleur en tonenwerking, er is illusie der werkelijkheid en er is kunstschoon te over'
Vincent van Gogh
Vincent van Gogh woonde op de Schenkstraat, slechts een paar straten van het Panorama Bezuidenhout vandaan. Vincent liet zich lovend uit over het Panorama van Mesdag, dus wellicht heeft hij ook het Panorama Bezuidenhout bezocht.
Het begin van het einde
Na een paar weken namen de bezoekersaantallen in snel tempo af en in september werd de toegangsprijs voor militairen en kinderen gehalveerd. Tegelijkertijd werd de Tramway naar de {tip title="Laan van Nieuw Oost-Einde" content="De laan van Nieuw Oost-Indië werd in de negentiende eeuw tijdelijk Laan van Nieuw Oost-Einde genoemd."}Laan van Nieuw Oost-Einde{/tip} aangelegd. Dit had echter slechts een beperkte invloed op de bezoekersaantallen.
De winst in 1882 was zeer teleurstellend, 2250 gulden op een investering van 300.000 gulden.
In maart 1883 ging de prijs naar beneden naar 49 cent op maandag, woensdag en zondagen. Het gebouw was open van 9 uur 's ochtends tot zonsondergang.
Drie maanden later, in juni 1883, werd een buitengewone algemene vergadering gehouden. Hierin werd de toekomst van het bedrijf besproken. Voorlopig werd het panorama voortgezet en op 2 januari 1884 ging het diorama dicht vanwege een nieuw doek.
Gedeeltelijke afbraak
De financiële situatie verslechterde echter steeds meer en in 1885 werd in Hotel Keizershof voorgesteld om het terrein gedeeltelijk te bebouwen. Het alternatief was de ontbinding van het panoramabedrijf. De aandeelhouders kozen daarop eieren voor hun geld.
Het voorgebouw werd afgebroken, waarna twee herenhuizen werden neergezet, wederom ontworpen door Herman Wesstra. De gang tussen de twee woningen leidde naar het panorama.
Vanaf 14 maart 1886 kon het publiek voor 49 cent een nieuw Diorama bewonderen, Gezichten uit Neerlandsch Indie.
Toen hakten in september de eigenaren de knoop door. De boel ging verkocht worden via het Venduhuis der notarissen. En zo geschiedde een half jaar later in maart 1887.
Een verslag van de verkoop: 'Van het Panorama-gebouw aan het Bezuidenhout, van de Haagsche Panorama-Maatschappij, met de daarbij behoorende open terreinen en het heerenhuis, heeft gisterenavond plaats gehad. De opbrengst was ongeveer f 74 000. Het Panorama-gebouw met doek en een gedeelte open terrein werd geveild voor eene som van f 37 000.'
De aandeelhouders ontvingen van iedere 1000 gestorte guldens er 120 terug.
De Gemeente Den Haag speelde nog even met het idee om het Etnographisch Museum in het panorama gebouw te vestigen. Dit plannetje ging echter niet door en het pand werd vanaf november 1887 afgebroken.
Sloop
Een paar maanden later was er niets meer over van het monumentale gebouw. De enige herinnering waren de Griekse meanders en andere ornamenten die gebruikt werden om een in de buurt gelegen slootrand op te hogen.
In 1889 werden op het panorama terrein woonhuizen gebouwd. De twee herenhuizen die architect Wesstra had ontworpen werden in 1913 weer afgebroken en vervangen door de huidige overheidsgebouwen aan de Bezuidenhoutseweg 30.