Eduard Douwes Dekker

Eduard Douwes Dekker was een Nederlands schrijver, bekend onder het pseudoniem Multatuli. Hij heeft drie straten in Spoorwijk. De Douwes Dekkerstraat, de Multatulistraat en de Max Haverlaarstraat.

Eduard Douwes Dekker
Eduard Douwes Dekker

Eduard Douwes Dekker was een jongen van eenvoudige afkomst waarvan zijn ouders hoopten dat hij later dominee zou worden. Het liep echter anders, Eduard maakte zijn school niet af. Op zijn achttiende voer Douwes Dekker daarom met zijn vader (een kapitein) naar Nederlands-Indië.

De schrijver

Eduard Douwes Dekker in wat later het Sjaalmanportret zou heten. De foto werd in 1682 geschoten. Multatuli is hier 42 jaar oud.
Eduard Douwes Dekker in wat later
het Sjaalmanportret zou heten.
De foto werd in 1682 geschoten. Multatuli
is hier 42 jaar oud.
Max Havelaar formuleerde een klacht tegen de werkelijk bestaande regent Karta Natta Negara.
Max Havelaar formuleerde een klacht
tegen de werkelijk bestaande regent
Karta Natta Negara.

Douwes Dekker werd op 22 januari 1856 assistent-resident (bestuurder) van Lebak (residentie Bantam).

Een maand later beschuldigde hij de regent (zijn inheemse wederhelft) van misbruik van gezag en knevelarij (afpersing). Zijn baas, de resident, nam zijn klachten echter niet serieus. Eduard nam ontslag en keerde na enige werktijd op de plantage van zijn broer terug naar Europa.

Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet

Eduard Douwes Dekker

De bespottelyken eigenwaan die my kenmerkt

Eduard Douwes Dekker

Boek

In 1859 schreef Douwes Dekker, toen hij in Brussel woonde, het boek Max Havelaar, of de Koffij-veiligen der Nederlandsche Handel-Maatschappij. Als pseudoniem nam hij de naam Multatuli aan. Het uiterst kritische boek over de bestuurscultuur van Nederlands-Indië maakte diepe indruk in Nederland.

De onervaren schrijver had echter, zonder dat hij het door had, zijn auteursrecht aan de uitgever Jacob Van Lennep afgestaan. De altijd in geldnood verkerende Douwes Dekker had hier zijn levenlang spijt van.

Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht, no. 37

Batavus Droogstoppel
De woning van Douwes Dekker in Rangkas Betoeng op Java.
De woning van Douwes Dekker in Rangkas Betoeng op Java.
Multatuli woonde in 1869 en 1870 op de Zuidwestbinnensingel  (nu Buitenom).
Multatuli woonde in 1869 en 1870 op de Zuidwestbinnensingel (nu Buitenom).

In de negentiende eeuw golden er nog strenge literaire voorschriften. Zo moest een roman een verhaal vertellen met een behoorlijk begin, midden en einde. Multatuli hield zich in Max Havelaar niet aan die eis. Ook als persoon was hij in het 'fatsoenlijke' Nederland van zijn eigen tijd ook omstreden. Hij bleef namelijk strijden tegen allerlei verschillende vormen van inperking, zowel lichamelijk, sociaal als literair.

Rusteloos

Na de verschijning van Max Havelaar woonde hij nog enkele jaren in Nederland en Den Haag, maar kon het daar uiteindelijk niet uithouden. Douwes Dekker woonde de laatste jaren van zijn leven in Duitsland. Ook toen hij in 1887 overleed, weigerde hij zich te laten opsluiten in het houten korset van de doodskist. Hij was een van de eerste Nederlanders die zich liet cremeren. 

Den Haag

In 1860 verscheen de Max Havelaar en Multatuli wachtte in Brussel ongeduldig op Nederlandse reacties. Om het belang van zijn boek te onderstrepen ('lawaai te gaan maken') vertrok hij naar Den Haag omdat daar de regering zat.

In de volgende jaren woonde Eduard overal en nergens, maar hij bleef regelmatig in Den Haag terugkomen.

Multatuli verbleef in februari 1861 in hotel Logement der Nederlanden in de Bocht van Guinee. Deze foto dateert van 1900.
Multatuli verbleef in februari 1861 in hotel Logement der Nederlanden in de Bocht van Guinee. Deze foto dateert van 1900.

Douwes Dekker logeerde in het hotel Le Maréchal de Turenne in de Korte Houtstraat. Verder woonde de schrijver februari 1861 in Hotel des Pays-Bas / Logement der Nederlanden, in de Bocht van Guinea (nu Huygenspark). De broer van Douwes Dekker, Jan, woonde aan de Sophialaan. Dit werd in de zomer van 1862 Eduards logeeradres.

Carel Vosmaer

De Haagse letterkundige Carel Vosmaer was een grote fan van Eduard Douwes Dekker. Hij was zelfs getuige bij het huwelijk van Eduard.  Maar ook deze fan kon kritisch zijn, bijvoorbeeld over het in 1861 gepubliceerde Minnebrieven: 

'Van letterkundig nieuws is het meest gepeperde de Minnebrieven van Multatuli: een boek waarin prachtige gezegden staan, en lieve verhaaltjes, en veel geest, met veel wildheid, vormeloosheid en grofheid. Er is iets in, dat het schoone dat er in is, zeer benadeelt, ik bedoel het afzigtelijke prostitueren door den schrijver van zich zelven, de zijnen, en zijn armoede, ’t Is als wanneer gij een arme op straat ontmoet, die u zijn open wonden toont, eindelijk wordt men er viesch en wee van.’

Zuidwestbinnensingel

Van februari 1869 tot april 1870 woonde Eduard Douwes Dekker met zijn eerste vrouw Tine, zijn tweede vrouw Mimi en de kinderen op Zuidwestbinnensingel 18. Het huis werd ingericht met de ƒ5000 die Mimi van haar grootouders had geërfd. Beneden tochtte het zo, dat ze de parterre maar niet gebruikten.

De overkant van de straat (Houtzagerssingel en de achterliggende Schilderswijk) waren nog niet bebouwd. 'Voor de deur een vaart, waarin ik van den zomer een schuitje wil hebben. Over de vaart is een weiland, er staan slechts een paar huizen, dus van inkijkende overburen geen sprake'

Plaquette

De Zuidwestbinnensingel en het huis werden in 1990 afgebroken. Op de plek waar het huis ooit stond (nu Buitenom 156), herinnert sinds 2 juli 1992 een plaquette aan het woonhuis van Multatuli. Dit is echter wel de tweede versie van de gedenkplaat. Op de eerste versie was de sterfdatum van de schrijver niet goed vermeld (1889 in plaats van 1887).

De oorspronkelijke plaquette met de foute sterfdatum.
De oorspronkelijke plaquette met de foute
sterfdatum.
Douwes Dekker woonde op de Zuidwestbinnensingel 18.'Voor de deur een vaart, waarin ik van den zomer een schuitje wil hebben. Over de vaart is een weiland, er staan slechts een paar huizen, dus van inkijkende overburen geen sprake'
Douwes Dekker woonde op de
Zuidwestbinnensingel 18.'Voor de deur een vaart,
waarin ik van den zomer een schuitje wil
hebben. Over de vaart is een weiland, er
staan slechts een paar huizen, dus
van inkijkende overburen geen sprake'

Verloren illusies zijn gevonden waarheden

Eduard Douwes Dekker

Broer

De broer van Eduard, Jan Douwes Dekker, was net als zijn vader kapitein in de koopvaardij. Hij werkte in en handelde met Nederlands-Indië en verdiende daar een goede boterham. Jan woonde aan de Sophialaan 9. Het pand werd tezamen met huisnummers 11 en 13 gebouwd in circa 1860 als een vrijstaand symmetrisch bouwblok. Jan ging in 1862 terug naar Indië, waar hij twee jaar later overleed. Voor zijn vertrek verkocht hij zijn woning aan jhr. Jan Cornelis Reynst, de grootvader van schrijver Louis Couperus.

Op 22 juni 1890 nam het tijdschrift de Groene Amsterdammer deze spotprent op. Met links de aristocratische Busken Huet die in welstand leefde en rechts de arme schrijver Multatuli. De vergelijking is echter niet helemaal eerlijk. Busken Huet werkte dag en nacht als broodschrijver om zijn gezin te onderhouden terwijl Multatuli een veel losbolliger leven leidde.
Op 22 juni 1890 nam het tijdschrift De Groene Amsterdammer deze spotprent op. Met links de aristocratische Busken Huet die in welstand leefde en rechts de arme schrijver Multatuli. De vergelijking is echter niet helemaal eerlijk. Busken Huet werkte dag en nacht als broodschrijver om zijn gezin te onderhouden terwijl Multatuli een veel losbolliger leven leidde.
De roman Max Havelaar van Douwes Dekker kwam in 1860 uit. In deze spotprent uit 1876 verwijt Multatuli de Tweede Kamer dat deze zolang nodig had om het Indische Cultuurstelsel af te schaffen.
De roman Max Havelaar van Douwes Dekker kwam in 1860 uit. In deze spotprent uit 1876 verwijt Multatuli de Tweede Kamer dat deze zolang nodig had om het Indische Cultuurstelsel af te schaffen.
Op de foto  het Hotel Maréchal de Turenne waar Multatuli tijdelijk woonde.
Op de foto het Hotel Maréchal de Turenne waar Multatuli tijdelijk woonde.

 

Aan het slot van de Max Havelaar richt Multatuli zich in een vlammende aanklacht rechtstreeks tot koning Willem III. Deze is namelijk eindverantwoordelijk is voor de misstanden en corruptie in Nederlands-Indië. Dit is een pagina uit een stripboek van Eric Heuvel.
Aan het slot van de Max Havelaar richt
Multatuli zich in een vlammende aanklacht
rechtstreeks tot koning Willem III. Deze is
namelijk eindverantwoordelijk voor de
misstanden en corruptie in Nederlands-Indië.
Dit is een pagina uit een stripboek van Eric Heuvel.
Binnen de Max Havelaar zit een los verhaal genaamd  Saïdjah en Adinda. Het loopt in dit verhaal door toedoen van de Nederlandse overheid en de inlandse vorsten slecht af mnet de geliefden. Dit is een pagina uit een stripboek van de Haagse Dick Matena.
Binnen de Max Havelaar zit een los verhaal genaamd Saïdjah en Adinda. Het loopt in dit verhaal door toedoen van de Nederlandse overheid en de inlandse vorsten slecht af met de geliefden. Dit is een pagina uit een stripboek van de Haagse Dick Matena.
De  Jalan Multatuli (Multatuliweg) in Rangkasbitung (Java) waar Douwes Dekker en de Regent van Lebak woonden.
De Jalan Multatuli (Multatuliweg) in Rangkasbitung (Java) waar Douwes Dekker en de Regent van Lebak woonden.
De Max Havelaar werd in 1860 uitgegeven.
De Max Havelaar werd in 1860 uitgegeven.
De koffiehandelaar Batavus Droogstoppel stond model voor allerlei typische Nederlandse eigenschappen.
De koffiehandelaar Batavus Droogstoppel stond model voor allerlei typische Nederlandse eigenschappen.
Eduard Douwes Dekker in 1874.
Eduard Douwes Dekker in 1874.
In het elfde hoofdstuk van de Max Havelaar komt de parabel van de Japanse steenhouwer voorbij. Het is een verhaal over menselijke ontevredenheid.
In het elfde hoofdstuk van de Max Havelaar komt de parabel van de Japanse steenhouwer voorbij. Het is een verhaal over menselijke ontevredenheid.
In 1987 was het honderd jaar geleden dat Multatuli overleed. Dat werd herdacht met de uitgave van een postzegel.
In 1987 was het honderd jaar geleden dat Multatuli overleed. Dat werd herdacht met de uitgave van een postzegel.
De beroemde toespraak tot de hoofden van Lebak: 'Mijnheer de Radhen Adhipatti, Regent van Bantan-Kidoel, en gij, Radhens Dhemang die Hoofden zijt der distrikten in deze Afdeeling, en gij, Radhen Djaksa die de justitie tot uw ambt hebt, en ook gij, Radhen Kliwon die gezag voert op de hoofdplaats, en gij Radhens, Mantries, en allen die Hoofden zijt in de afdeeling Bantan-Kidoel, ik groet u!'
De beroemde toespraak tot de hoofden van Lebak: 'Mijnheer de Radhen Adhipatti, Regent van Bantan-Kidoel, en gij, Radhens Dhemang die Hoofden zijt der distrikten in deze Afdeeling, en gij, Radhen Djaksa die de justitie tot uw ambt hebt, en ook gij, Radhen Kliwon die gezag voert op de hoofdplaats, en gij Radhens, Mantries, en allen die Hoofden zijt in de afdeeling Bantan-Kidoel, ik groet u!'
In 1887 was Multatuli de eerste Nederlander die werd gecremeerd, in een oven in het Duitse Gotha. Pas in 1955 werd crematie in Nederland gelegaliseerd.
In 1887 was Multatuli de eerste Nederlander die werd gecremeerd, in een oven in het Duitse Gotha. Pas in 1955 werd crematie in Nederland gelegaliseerd.