
Wij kunnen hier heus wel Indische koekjes kopen: heerlijk…
In het Indisch restaurant gonst het gesprek van alle kant:
tempo doeloe, tempo doeloe in dat verre, verre land.
Ach kassian. Het is voorbij. Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
Kwee lapis, ketjipoet, klepon, kwee semprong. En we kunnen
hier ook wel Indisch eten klaarmaken thuis: sambal goreng,
telor, lontong, rahoe petis. Alleen de buren hebben het niet zo
graag.
Wij kunnen hier ook heus wel tropische planten kopen, zoals
bij voorbeeld kembang sepatoe. Dat noemen ze hier hibiscus.
Hibiscus! En canna’s, gerbera’s, orchideeën, varens. Ja? Maar
het staat hier in de huiskamer toch heel anders dan daar in de
vrije natuur.
Trouwens, ze gaan toch allemaal dood bij de kachel.

Ach kassian. Het is voorbij. Kassian, het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
En weet u, ik heb thuis zo’n gróót schilderij hangen.
Dat verbeeldt natuurlijk Indië, ja. Adoe, beeldig. Beeldig. Mooie
groene sawah’s. Klapperbomen. Een karbouw met zo’n kleine
katjong op zijn rug, ja? En rechts een pahman met zeven van
die leuke kleine bèbèks achter zich aan. Maar weet u, het
schilderij krijgt hier geen licht genoeg.
Weet u wat nog meer? Meneer De Clerque-Zubli… hij
komt ook nooit meer langs.
Ach kassian. Het is voorbij. Kassian, het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Arm Den Haag
Tekst: Willem Wilmink (samen met Wieteke van Dort) - Zang: Wieteke van Dordt





