Tent in het Bosch

Tussen 1819 en 1943 bezat de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte een dependance in het Haagsche Bos. Het waren de leden van deze sociëteit die het initiatief hadden genomen om hier tijdens het zomerseizoen tweewekelijkse openluchtconcerten te organiseren.

Tent in het Bosch
Tent in het Bosch

Tenten

Aan het begin van de negentiende eeuw werden op de Maliebaan, maar ook in het Haagse Bos in de zomer linnen tenten neergezet waar de gegoede burgerij na een wandeling kon uitrusten en een hapje eten. Tijdens de Franse bezetting werd in 1802 op het Plein een herenclub opgericht die zich richtte op gezellig verkeer en geoorloofde uithuizigheid. Deze Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte was al snel succesvol en het ledenbestand groeide.

De houten tent en de linnen tent voor de muzikanten in 1844.

Linnen Tent

In de periode 1819-1821 werden de vijvers in het Haagse Bos gegraven door landmeter Ary van der Spuy en de Sociëteit maakte direct van de gelegenheid gebruik om aan het einde van de toenmalige Jacobalaan een linnen tent neer te zetten die als een open lucht concertzaal moest gaan dienen.

Het ministerie van financiën dat het beheer over het Haagse bos voerde, gaf al na vijf dagen op 26 mei 1819 toestemming, mits de tent na het seizoen weer afgebroken zou worden. Vanaf het Malieveld gezien stond de tent bij de eerste vijver. 

Elite

De leden van De Witte waren voornamelijk hoge ambtenaren, officieren en renteniers. Zij wilden duidelijk laten zien dat zij tot een soort van elite behoorden. Vanaf de oprichting van de tent werd daarom op het terrein rond de De situatie rond 1850.buitensociëteit een koord gespannen "ter weering van het publiek". De leden binnen de afscheiding, het gewone volk er buiten. De honderden concertbezoekers uit de stad die niet tot de sociëteit behoorden, werden in latere jaren spottend aangeduid als hek- of kant-leden. Het koord werd in 1847 vervangen door een ijzeren hek.

De muziek werd gespeeld op een eilandje in de vijver. De tente de la société au Bois was al snel een begrip in Den Haag en voor de leden van De Witte en hun families vormden de concerten in de Tent een van de grootste aantrekkelijkheden van het lidmaatschap van de sociëteit.

Houten Tent

De Tent in het Bos in 1855.Vocht is slecht voor een linnen tent is dus werd in november 1824 toestemming gevraagd en gekregen om een permanente houten tent te plaatsen. Wellicht had het honoraire lidmaatschap (sinds mei 1824)  van de burgemeester  Copes van Cattenburch, iets te maken met de snelle besluitvorming.

Vrouwen hadden tot 1999 geen toegang tot het hoofdgebouw van De Witte aan het Plein. Vanaf 1838 mochten echtgenotes en vrouwelijke gezinsleden van leden echter wél mee naar muziekuitvoeringen in de Tent.

Vocht

Op 28 mei 1860 velde een pinksterstorm een grote boom, die boven op de nieuwe muziektent viel.In 1852 werd na vele klachten over door vocht beschadigde instrumenten, de linnen tent van de muzikanten op het eiland vervangen door een mooie ijzeren muziektempel. Met hun hoge bontmutsen en imposante militaire uniformen vormden de veertig hout- en koperblazers een lust voor het oog.  Het gebouwtje werd echter al in februari 1860 tijdens een zware storm door een omgevallen boom vernietigd. 

Uitbreiding

De vereniging bleef groeien en de behoefte aan een groter grondgebied in het bos groeide mee. En dus werd in oktober 1859 toestemming gevraagd en gekregen om een deel van de vijver te dempen. Hierdoor werd het eiland bij het vaste land gevoegd en werd het tentgebied 896 m2 groter. Verder werd aan de kant van de Bezuidenhoutseweg een stuk grond van 66 m2 aan het terrein toegevoegd. Bij iedere uitbreiding werd wel het huurbedrag verhoogd. 

De houten Tent in 1860. De muziektent staat inmiddels niet meer op een eilandje.Toen de houten brug in het verlengde van de Jacobalaan in maart 1870 werd vervangen door een aarden wal, mocht het volgende stuk van de vijver worden gedempt. In 1885 en 1887 werd het gebied voor het laatst vergroot. 

Oorspronkelijk was de houten tent een rechthoekig gebouw met een schuin dak en een lantaarn. Aan de lange zijden waren vier dubbele deuren met halfrond bovenlicht, aan de korte zijden drie. De lantaarn had aan alle zijden drie spitsboog vensters waarbij de vensters aan de korte zijde dichter opeen waren geplaatst. De muurvlakken waren gedecoreerd als ware het natuurstenen blokken. De dakvlakken waren in zink uitgevoerd en hadden ruime overstekken, gedragen door sierlijke consoles.

De houten Tent in 1880.Verbetering

In 1854 werd de Tent een kwartslag gedraaid zodat de lange zijde naar het water werd gekeerd. In datzelfde jaar kwam er een veelhoekige uitbreiding met vijf zijden onder hoeken van 135 graden aan de achterkant van de Tent. De stijl van de uitbreiding sloot aan op het bestaande gebouwtje waarbij alleen de ramen een slag kleiner waren.

De twee zijden van de uitbreiding die haaks op de lange zijde van de Tent stonden, bevatten elk twee vensters; de drie korte zijden elk één. Het gedeelte van het dak van de uitbouw dat onder het dakoverstek van de Tent uitstak, had een plat dak. In dat jaar werden er ook gietijzeren veranda’s aan de Tent toegevoegd.

Het prachtige clubhuis werd in 1888 voor f99.000 neergezet. Links staat de muziektent. De foto werd in 1902 gemaakt.

Stenen Tent

In 1865 wilde de commissarissen de houten Tent af laten breken en vervangen door een stenen exemplaar. Dit plan werd verworpen, maar zestien jaar later, in september 1881, kwam de "daarstelling van een nieuwe tent in het bosch" opnieuw ter sprake.

Het duurde echter toch nog tot mei 1886 voordat er een ontwerp, Simplex sigillum veri, gekozen werd. En ook dit ontwerp moest nog aangepast worden voordat in juni 1888 het nieuwe buitenverblijf opgeleverd kon worden. In de Haagsche Courant werd gesproken van "een deftig steenen gebouw, omvangrijk als een hotel, en in hoogte met de toppen der boomen wedijverende". 

De nieuwe stenen Tent was gebouwd in de Italiaanse neorenaissance-stijl. De bakstenen gevels waren met "banden van gepersten steen en lijsten van Franschen zandsteen" versierd. De verschillende zalen waren rond de grote zaal op de begane grond geplaatst. Een dergelijke opzet was ook terug te vinden in het Kurhaus (1884) en het Dierentuingebouw (1893).  

In 1897 werd een stal aan de rand van het Haagse Bos gekocht. De stal werd afgebroken en er werd een doorgang gemaakt naar de Bezuidenhoutseweg. Hierdoor werd de Tent beter bereikbaar voor de leden.De overdekte ruimten van de Tent konden inclusief de waranda's aan 1.400 leden onderdak geven. Aangezien op het gehele terrein plaats was voor 4.000 bezoekers, waren het buffet en de keuken zeer ruim bemeten.

In 1890 werd de muziektent vergroot en verplaatst.

Ontsluiting

Om het grote aantal bezoekers goed te kunnen aan- en afvoeren ontstond al in 1873 het idee om vanaf de Bezuidenhoutseweg een toegangspad aan te leggen. Dit plan werd uiteindelijk in 1898 uitgevoerd, met als bijkomend voordeel dat de buis voor de duinwaterleiding over eigen grond zou lopen. Een erf met koetshuis en stal aan de Bezuidenhoutseweg 78 werd voor ƒ 8000 gekocht.

Het perceel grond aan de Bezuidenhoutseweg waarop de toegang tot het tentterrein lag (tussen de huisnummers 78b en 80), werd in 1949 voor ƒ 30 per vierkante meter verkocht aan de gemeente Den Haag. Er is in het Haagse Bos bij de vijver geen spoor van de Tent in het Bosch terug te vinden. De oude ingang aan de Bezuidenhoutseweg is er echter nog steeds. 

Vanaf 1898 kon de Tent in het Bosch ook bereikt worden via de Bezuidenhoutseweg. Deze toegangsweg is er nog steeds, bij huisnummer 78 onder het gebouw van Unicef door. In het Queenshouse pand (Unicef) tussen de huisnummers 74 en 78a leidt de doorgang als vanouds naar een brug die leidt naar de Walther Boerweide, de plek waar ooit de Tent in het Bosch stond.

In 1881 kwam een "Bel-telephonische" verbinding tussen het Plein en de Tent in het Bosch tot stand, eind 1887 kreeg De Witte een aansluiting op het lokale net van de Bell Telefoon Mij. Het gebouw aan het Plein en de Tent in het Bosch waren voortaan bereikbaar met de telefoonnummers 128 en 129. 

Sociale functie

Net zoals op een modern terras was het bij de concerten in het bos een kwestie van zien en gezien worden. De bezoekjes aan de Tent boden dochters een uitgelezen gelegenheid om hun positie op de huwelijksmarkt te verbeteren. De betekenis van de concerten als huwelijksmarkt was zelfs zo groot dat sommige literatoren suggereerden dat echtgenoten en vaders vaak door hun vrouwen en dochters werden aangezet om lid te worden van de sociëteit.

De grote zaal in de Tent. Deze foto dateert van 1902.Volgens een negentiende eeuwse commentator waren de uitjes naar de Tent een van de weinige gelegenheden die vrouwen hadden om uit te gaan en informatie uit te wisselen "Of hoe zou daar zonder de tent in het Bosch regt kunnen gedaan worden aan zoovele smaakvolle zomertoiletten hoe de noodige opmerkingen meêgedeeld de noodige informatiën ingewonnen de noodige wenken gegeven de noodige nieuwtjes verspreid of opgevangen welke de fashionabele dameswereld op zich zelve en misschien ook een weinig met betrekking tot de heerenwereld zoo hoog noodig heeft".

De muziek

In de Tent werden van mei tot en met september tweemaal per week muziekuitvoeringen gehouden. Vanaf 1829 werden deze uitvoeringen verzorgd door de militaire kapel van de grenadiers en jagers, het nieuwe eliteregiment van de stad Den Haag. Toeschouwers uit heel Den Haag en omstreken genoten van een zeer afwisselend programma.

De Tent in het Bosch op een kaart uit 1900 (pijl). Ter orientatie: Bij NOI de laan van Nieuw Oost-Indie. Linksboven bij DT bevond zich de Haagsche Dierentuin.Luchtige bekende opera melodieën, militaire marsen en polka’s, tot ingenieuze bewerkingen van concertwerken en symfonieën van componisten als Beethoven, Weber, Mendelssohn, Meyerbeer en Donizetti. De meeste arrangementen waren van de hand van kapelmeester François Dunkler jr. die in 1849 zijn vader was opgevolgd.

Verval 

In de jaren dertig van de twintigste eeuw was de Tent in het Bosch nog steeds een begrip in Den Haag.  De bruin-gele vlaggetjes op de trams kondigden de muziek in het Bos zelfs aan. Het concurrerende amusement was echter zo groot geworden dat de concerten steeds minder bezoekers trokken. En deze bezoekers werden ook steeds minder deftig. Het aantal (80-120) bezoekers dat de concerten bezocht, stond in schril contrast tot de vele honderden muziekfans uit de negentiende eeuw. 

Hoewel de Koninklijke Militaire Kapel (KMK) onder leiding van de populaire Dr. Walther Boer goed zijn best deed, zocht vooral de jeugd zijn heil elders in de stad.  Binnen de Nieuwe of Litteraire Sociëteit werd steeds vaker nagedacht over een nieuwe bestemming voor de Tent. In 1939 werden de zomerconcerten daarom afgeschaft. En vanaf 1 januari 1941 werd de Tent zelfs gesloten. 

De Walther Boerweide in september 2015. Achter het hoge riet-gras ligt nog steeds de vijver.Atlantikwal

In 1942 besloot de Duitse bezetter om Den Haag onderdeel te maken van de Atlantikwal als bescherming tegen een geallieerde invasie vanuit zee. Als onderdeel van deze beschermingslinie werd een tankgracht dwars door het Haagse Bos gegraven. Hierbij werd rond deze gracht een schootsveld van 200 meter aangehouden. De Tent stond precies in het trace van de tankgracht en het schootsveld en werd daarom in 1943 afgebroken. Dat betekende het einde van een 124 jaar oude traditie.

Na de oorlog moest over de toekomst van de Tent een besluit genomen worden, maar feitelijk hadden de Duitsers met de afbraak van het sociëteitsgebouw een lastige, maar dure, knoop doorgehakt. Alleen het hek bij de ingang aan de Bezuidenhoutseweg had de oorlog overleeft. Het bestuur besloot om de Tent niet te herbouwen en de grond te verkopen.  

Dr. Walther Boer was de laatste dirigent van de Tent in het Bosch. Het veldje waar de Tent stond heet sinds een aantal jaren de Walther Boerweide.

Walther Boerweide 

Op de Walther Boerweide, de plek waar 124 jaar de sociëteitstent heeft gestaan, is geen spoor meer van de Tent in het Bosch te vinden. De vijver is er nog wel.

De weide is vernoemd naar dr. C.L. Walther Boer, die als directeur-dirigent 25 jaar lang (1921 - 1946) leiding gaf aan de Koninklijke Militaire Kapel. Hij dirigeerde tot 1940 ook de zomerconcerten in het Haagsche Bos.

De muzikale traditie werd in ? een beetje hersteld doordat de gemeente Den Haag iedere zomer vier klassieke conncerten organiseerde op de Walter Boerweide.  Deze jonge traditie van de Haagse Bosconcerten stopte in 2012. 

In 1860 kon het publiek dicht in de buurt van het orkest komen omdat het eiland bij de vaste wal gevoegd was, en het eiland dus een schiereiland geworden was.Vanaf de Bezuidenhoutseweg 78 leidt dit oude bruggetje nog steeds naar de Walther Boerweide waar tot 1943 de Tent in het Bosch stond.